17 juni 2001

Droomreis naar India, Nepal en Tibet

De voorbereidingen van onze droomreis
Zondag 18 maart 2001

Eindelijk, de voorbereidingen zijn in volle gang. Op naar een vakantie waar we al zolang van dromen...
Schoenen en een rugzak kopen, de inentingen en visums halen, zoeken voor de allergoedkoopste tickets en veel boeken en reisverhalen lezen ..
Erg spannend allemaal

De reisdatum staat vast: 20 april 2001 om half 8 gaan we de lucht in, op naar ons avontuur!

Beleef het mee, blijf kijken want het wordt vervolgd.



Nog 3 weken voor vertrek
Maandag 9 april 2001

Nog ruim 3 weken voor vertrek ....

De inentingen vielen ons erg mee, maar eenmaal thuisgekomen waren we er allebei best ziek van, ik ging na een saunabezoek dezelfde avond bijna van mijn stokje en Leen was de volgende dag erg koortsig en had last van hoofdpijn. Afijn, dat hebben we over voor onze reis ...

Visum van China en van India zijn beide binnen, nu nog een dagje naar Amsterdam voor het visum van Nepal. De tickets zijn ondertussen ook al binnen, nu nog allerlei kleine dingetje die toch erg veel tijd in beslag nemen. Dit zijn zoal: een dagboek, EHBO kit met eigen veiligheidsspuiten, malariapillen, apothekerspaspoort voor de normale medicatie, aftersun, fotorolletjes, reserveveters, afritsbroeken, lonely planet voor Tibet en Nepal, de trotter voor Noord- India, landkaart, pennen om uit te delen en ga zo maar door. Alles om de rugzak een beetje te vullen.

Nu nog zorgen dat we ruimte overhouden voor alle souvenirs!

Eerste dag in Dehli
Zaterdag 21 april 2001

We zijn er eindelijk! Het was een lange reis naar India. Vanmorgen om 4 uur (12 uur nl tijd) kwamen we hier aan. Hebben we ons door een hele bijdehante taxi chauffeur naar een verkeerd adres laten brengen, maar ja al lerende doet men. Je moet hier dus nooit zeggen dat je voor de eerste keer in India bent. Nu zijn we hier al een paar weken voor degene die dit vragen!

De plannen zijn gewijzigd, we hebben een privé taxi, die brengt ons in een week of 2 door heel Radjestan heen. Hierbij gaan we op de olifant naar een tempel en een kamelentocht door de woestijn. Hartstikke leuk, we hopen dat het allemaal goed gaat, want soms zeggen ze maar wat .. Ze zien je hier aan als wandelende portemonnee.

Delhi is erg druk en vreselijk groot. De eerste stommiteit hebben we al laten gebeuren. Zonder adres het hotel verlaten. Dat heeft geresulteerd in veel (angst)zweet en een uur zoeken .. Alles lijkt hier op elkaar. We hebben hier al een hoop gezien in Delhi, maar toch zijn we blij om morgen met de taxi richting Jaipur te gaan. Dit is echt een grote drukke en vieze stad.

Verder hebben we het hartstikke naar ons zin en we worden hier wel hartstikke scherp.

Groetjes en tot het volgende verslag ..
Caro en Leen uit Delhi

Eerste verslag uit Rajasthan
Dinsdag 24 april 2001

Hier een bericht van Jaisalmer. We zitten midden in de dessert, vreselijk warm, ongeveer 40 graden. Vreselijk droog onderweg, veel zand, stenen, kamelen en natuurlijk koeien. Een paar bomen, hutjes, vrouwen in mooi gekleurde sari’s.

De tweede dag zijn we uit Delhi vertrokken, niet zo erg, want het is echt een super grote stad met weinig sfeer. Weg van de drukte. Eerst zijn we in Shikawati geweest; een streek met allemaal oude huizen die heel mooi beschilderd zijn, heel mooi. De tweede dag zijn we naar Bikanar gereden. Steeds meer woestijn .. Vandaag zijn we aangekomen in Jaisalmer.

Onderweg hebben we veel gezien. We zijn op een onthulling geweest van een monument, we waren gelijk eregasten. Later kwamen ook allerlei hoge personen, ex- ministers. We werden welkom geheten, allemaal in het Arabisch, met een bloemenkrans. Iedereen wilde een uitleg geven en een praatje maken. Heel veel mensen waren aanwezig, veel vrouwen, mooi gekleurd, kinderen in hun folklore, mannen allen met een tulband.

We hebben al behoorlijk indiaans gegeten, en gaan nog gewoon naar de wc. Wie weet voor hoe lang. We zien het wel. In de steden is het een drukte van belang: de driewielers, kameel met aanhanger, buffels met aanhanger, brommers, fietsers, motorfietsen (enfields) en natuurlijk ook de auto's en vrachtauto's. Alles en iedereen toetert, belt of schreeuwt en heeft haast. En dat allemaal tussen de koeien door...

Morgen gaan we de woestijn in op de kameel, slapen onder de sterren in de woestijn, erg spannend. Dan gaan we nog naar de plaatsen Jodhur, Udaipur, Pushkar, Jaipur, Agra en dan met de trein naar Varanasi.

Verslag vanuit Jaipur (Rajasthan)
Woensdag 2 mei 2001

Vandaag zitten we in Jaipur.

Niet zo lang gereden vandaag, mochten jullie denken van lekker makkelijk met een taxi door Rajastan, forget it! Heb je nog niet gezien hoe er hier gereden wordt. Je hebt het gevoel dat je in een formule 1 wagen zit, maar dan een die niet harder rijdt dan 70 km per uur. Als je ziet wat kapriolen onze driver uithaalt om in te halen, moet je wel een sterk zenuwgestel hebben. Verder is het hartstikke leuk en erg warm 44 graden, niet te geloven hè, maar we klagen maar een beetje zoals echte Hollanders doen.

We zijn vanuit Jodpur naar Udapur gereden. Udapur is een heel gezellig plaatsje. Hier is het Lake palace, een wit paleis midden in het meer. En daar zijn scènes opgenomen voor de film Octopussy van James Bond weet je nog wel? Dat is ook goed te merken want je kunt hier in restaurants eten terwijl ze deze film draaien. Hier hebben we nog een bootride gemaakt op het meer tegen de avond, met een mooie view op Lake Palace. Hier vlogen veel grote vliegende honden over, een soort vleermuizen maar dan groter en met een hondenkop.

's Morgens zijn we naar de gaths gewandeld. ongelofelijk; mensen wassen zichzelf en hun kleding op de trappen in heel vies stilstaand water. Dronken ervan, zwommen erin ... Ongelofelijk


Verder was hier nog een speciale schilderkunst te zien die ook vroeger werd gebruikt, allemaal taferelen van gevechten van Maharadja’s. Het is ongelofelijk hoe deze (nog steeds) worden vereerd als een soort godheid terwijl zij zo in luxe leven en zij het volk in zo'n grote armoede laten leven.
De volgende dag zijn we door gereden naar Pushkar. Daar is een groot heilig meer dat is ooit ontstaan doordat een god een lotus blad liet vallen. Je mag daar absoluut niet op je schoenen in de buurt komen want dan wordt je haast gelyncht, echt heilig dus...

Verder hebben we hier lekker uitgerust 1 dag bij het zwembad en dat mag ook wel na 7 uur rijden in deze gigantische hitte. En ja hoor, we zijn "gelukkig" verbrand. Ook nog gelukt dus deze vakantie, je maakt wat mee hè!

Vandaag dus in jaipur de Roze stad, ja, ja, ze hebben allemaal wel een kleurtje. En wederom een zwembad maar het wordt geen relaxen want morgen gaan we wijdbeens op een olifantenrug zitten, als dat maar goed gaat. Hier in de stad loopt weer van alles los, ik heb het idee dat de varkens de overhand hebben gewoon op straat. Echt ongelofelijk wat er allemaal kan in India: Apen, koeien, (ook Nederlandse zeker gevlucht wegens de MKZ zijn jullie er een paar kwijt?) buffels, kamelen, olifanten en wilde honden.

Morgen gaan we dus olifant rijden, nog een duik in het zwembad nemen en naar de Indiase film. De dag erna reizen we door naar Agra, de stad van de Taj Mahal. Hier nemen we afscheid van onze driver, dus zijn we weer op ons zelf aangewezen. We hebben een hoop geleerd in de tussentijd. Vervolgens nemen we de dag erop de nachttrein naar Varanasi, om 11 uur in de avond.
Het is wel leuk je komt steeds dezelfde toeristen tegen want er zijn er maar een paar want het is buiten het seizoen. maar dat is wel leuk zeker vanwege de hotel prijzen soms hebben we één twee persoons kamer van wel vijftien gulden afzetters!

Vanuit Jodpuhr (Rajasthan)
Vrijdag 27 april 2001

Vandaag zijn we aangekomen in Jodpuhr. Dit is de blauwe stad van Radjastan. De huizen zijn hier allemaal blauw geschilderd, zo komen er minder insecten. Bovenin de stad (letterlijk) is een supergroot fort van de Maharadja's. Dit zijn de voormalige rijke heersers van de streek, nu hebben ze geen macht meer, maar wel de rijkdom. Erg imposant... Tevens zijn we naar de graftombe van de maharadja familie geweest, dat is op zich zelf al een paleis.

Daarna weer over een gezellige drukke markt geslenterd. Caro heeft een armband gepast en dat zat ze letterlijk aan vast (hij ging niet meer af). Gisteren zijn we teruggekomen van de kamelen safari. Na opgevouwen gezeten te hebben in een kleine jeep, werden we op de kameel gedropt. Het opstaan van de kameel was zeker even opletten, anders lag je er weer af. Daarna gingen de kamelen hun eigen weg, de dessert in. Verder geen uitleg en er zat nergens een stuur of een rem, erg leuk. Op zich wel een leuke ervaring in het bloedhete zand. Wanneer er eindelijk even gestopt werd sla je in een keer een liter water achterover.

In de avond lekker gegeten, dat ze dat op een vuurtje klaar kunnen maken!! Daarna, onder de sterrenhemel geslapen. Erg mooie sterrenhemel met miljoenen sterren. Het was nog steeds bloedheet, pas om een uur of half 4 stak er een frisse wind op. Eindelijk koelte. In de ochtend werden we voor 6 uur al gewekt omdat de zon opkwam, we zagen er niet veel van want het was hartstikke bewolkt.
Maar toch warm.

Vanuit Agra naar Varanasi
Zaterdag 12 mei 2001

Hier weer het volgende verslag, we zijn ondertussen in Nepal, Katmandu, aangekomen.

In Agra hebben we de Taj Mahal bekeken. 's Morgens om 6 uur was het vreselijk druk in het park voor de Taj Mahal, alle kinderen waren cricket aan het spelen. Eerst in de rij voor kaartjes, een aparte rij voor de lokalen en een voor de toeristen. Lokalen betalen 20 RS (fl 1,-) en wij moeten $ 20,- (fl 50,-) betalen. Wat een verschil!

Wanneer je aan de buitenkant staat, zie je niets van de Taj, maar wanneer je het eerste gebouw door gaat sta je ineens oog in oog met het gigantische marmeren gebouw. Vanuit deze plek loopt een vijver naar de Taj Mahal toe. De Taj Mahal zelf is helemaal uit witmarmer opgetrokken en ingelegd met half edelstenen: onix, paarlemoer e.d. Het is ongelooflijk hoe zo een grote hoeveelheid marmer dat eerst gewonnen moest worden, vervolgens op maat gemaakt en op zo een grote precisie in elkaar is gezet! Je kunt hier gemakkelijk een uur of twee op rondlopen, uiteraard op je sokken. Verder zijn we gaan kijken hoe het inleggen van het marmer in zijn werk ging, een ongelooflijk precisie werk, alles met de hand en zeer tijdrovend. We hebben ons niets laten aansmeren.

Uiteindelijk wisten we niets meer te verzinnen, want er is niet zo veel te doen in Agra. Dus zijn we omstreeks 4 uur afgezet in de wachtruimte van het station voor de trein van 11 uur zou komen. Eindelijk op onszelf, afscheid genomen van de taxichauffeur. 7 uur wachten op de trein naar Varanasi. Om 6 uur kwamen 2 Amerikaanse meiden waarmee we een aantal keer in hetzelfde hotel hadden geslapen en die ook naar Varanasi gingen. Zo konden wij even wat gaan eten.

Eerst even wat proberen te zoeken wat niet in de buurt van het station was, dat lukte niet. Toen maar gegeten in de buurt van het station, je moet je voorstellen dat je niet even naar de stationsrestauratie kan lopen want hier loopt alles een goede 100 jaar achter, die is er dus gewoon niet. Dus een lokaal tentje binnengestapt en daar vegetables met chapati's gegeten, toch weer een volle maag, van de buitenkant zag het er niet echt super uit, maar het smaakte erg goed. Nog even een meloen en bananen van de markt meegenomen en terug naar het station.

Eindelijk om 22:50 komt onze drager, de trein komt zo. Wij er achteraan, de drager weet waar de coupe stopt. En ja hoor, de stem spreekt: de trein komt een half uur later, gelukkig roepen ze het ook in engels om! Wij hadden 2e klas met airco geboekt in een slaapwagon, want in de derde klas wil je echt niet zitten. Dat heeft wat weg van een gevangenis, maar dan in het buitenland. Iedereen zit in en op elkaar en er zitten geen ramen maar wel tralies in de coupe, zelfs op de trappen van de uitgangen zitten ze. Maar oké, dat hadden we dus niet. De bagage hebben we met het slot vastgemaakt onder de banken en heerlijk geslapen.

We zouden om 9 uur aankomen in Varanasi, maar dit bleek om 8 uur te zijn. Leen kijkt toevallig uit het raam en ziet dat we het perron van Magal saraj binnenlopen. We moeten eruit, paniek! Alles moet nog losgemaakt worden en de nieuwe passagiers stonden al in onze coupe! Vlug alles losgemaakt en de trein uit. De Amerikaanse waren nog niet eens wakker, maar wat wil je met een masker op je ogen....

Varanasi en vervolgens naar Nepal
Zaterdag 12 mei 2001

Zo, we staan allemaal buiten op zoek naar een taxi naar Varanasi. Na veel onderhandelen wil er een ons voor 80 RS (fl 4,-) brengen: 20 minuten rijden met 4 personen en bagage in een tuk tuk, opvouwen dus. Op naar Varanasi, nog even afgesproken dat indien we niet in het goede hotel komen wij geen roepie betalen.

De rit is vrij spannend, want met bestuurder en bijrijder zitten we met 6 man in dat ding en dat is echt klein. Er wordt ergens in een achteraf straatje gestopt, we moeten een stukje lopen naar het hotel om de kamers te kijken, volgens de bestuurder. Leen gaat samen met een van die Amerikaanse kijken en Caro en de andere Amerikaanse blijven achter in de tuk tuk bij de bagage. Het wordt ongeveer 20 minuten lopen door allerlei smalle straatjes door de koeiestront. Er was geen andere manier volgens de bijrijder, er zijn wel kamers maar te duur. Als je een aircooler wil betaal je 500 Roepie, er waren nog wel kamers van 125 RS (fl 6,-) twee bedden en een ventilator. Dat lijkt ons wel wat.

Maar is er nu geen snellere weg? Ja hoor, hij kan hier vlakbij stoppen volgens het hotel. Maar dat doen ze meestal niet want de taxichauffeur krijgen hier geen commissie. Dat komt wel goed!! Wij terug naar de anderen achter de bijrijder aan. Onderweg wist hij nog wel een guesthouse, veel dichterbij. Wij gekeken, maar dat was niets en maar hij kreeg hier natuurlijk wel commissie. Terug bij de anderen overleg gepleegd, we nemen de kamer van 125 Roepie, maar we eisen dat de taxi ons in de buurt afzet omdat we anders niet betalen. Hele verhalen van afgezette wegen, maar toch gewonnen. We worden in de buurt afgezet en of hij ons maar even voor wilde gaan. Bij het hotel betaald, maar de tip heeft hij verspeeld.

Even gedouched en uitgerust en daarna wandelen op de gaths. We maken een boottocht met onze Amerikaanse kennissen. Erg indrukwekkend om te zien hoe de mensen baden in de ganges en de was doen. Aan de laatste gahts worden de lijken verbrand. De booteigenaar legt alles uit. Er wordt iets in het water gegooid, het is een schouder of een heup want die verbranden niet helemaal. Verder vertelt hij dat mensen met lepra, zwangere vrouwen, kinderen en dieren niet worden verbrand. Zij worden met stenen verzwaard en in het midden van de ganges gegooid. Daarna had hij een smakelijk verhaal dat hij aan het zwemmen was en dat hij tegen een lijk aanzwom. Erg leuk! Dan wil je gelijk niet meer overboord vallen!!

We besluiten dat een nacht in Varanasi wel genoeg is, het is er zo vuil en luguber en we hebben beide zo iets dat we India nu wel gehad hebben. Dus een boeking gedaan voor de bus de volgende dag naar Nepal. 's Morgens vroeg op, een tuk tuk gezocht die ons naar het busstation brengt. We komen hier veel andere toeristen tegen, waarmee we onze avonturen uitwisselen. Om een uur of 9 vertrekt de bus, het wordt weer een zware beproeving. Wat hebben we thuis toch luxe bussen. Hier heb je een stoel met een houten plank met een kussen erop. Daarop moet je 10 uur zitten!! Eindelijk komen we aan bij de grens en daar moeten we met onze bagage de grens over lopen. Eerst afmelden bij de indiaanse ambassade, daarna ons melden bij de nepaleense grens. Dan lopen we naar het Guesthouse dat veel op een gevangenis lijkt: 2 bedden een vieze douche en wc, maar ja het is inclusief en maar voor 1 nacht.

De volgende dag de bus naar Chitawan park, weer een lange tocht in zo een zelfde bus. Onderweg wordt het steeds groener en het regent zelfs even. Op de voorlaatste stop worden we aangeklampt door een jongen met foto's van zijn hotel met een view op de rivier, met badende olifanten vlak bij het park. Ja, ja ... dat zal wel weer. Bij het eindpunt moesten we eerst 3 km met een riksja naar een loopbrug. Na de brug stappen we over in de jeep naar het dorp. Nog een stel uit Engeland die hier ook naar toe gingen. Alles overgeladen in de jeep, door het water over landweggetjes naar het dorp met zo een stuk of 5 nepalesen die rondom aan de jeep hangen. Daar aangekomen bleek hij niets te veel hebben gezegd, prachtige kamer en badkamer en de view op de rivier waar de olifanten en buffels baden, echt geweldig en dat voor fl 6,50!! Hier konden we op krachten komen na een lange reis.

Nepal; bezoek aan het Chitawan park
Zaterdag 12 mei 2001

Hier hebben we een kanotocht, een wandeling door de jungle, jeepsafari en een olifantenride gemaakt. Bij de kanotocht hebben we niet veel gezien, 1 krokodil, niet gevaarlijk. Een garial, die eten alleen vis. Tijdens de wandeling 3 krokodillen die wel alles eten. Tijdens de jeepsafari hadden we meer geluk, hier hebben we veel pauwen, 7 neushoorns, veel herten en een slotbear. Echt gaaf! De neushoorns zijn echt gigantische beesten als je er zo dicht bij bent!




De volgende dag hebben we olifanten ride gemaakt, dit was echt afzien. Keihard bakje waar we met 4 personen in moesten. Dit was gemaakt op de maat van de nepalesen: klein dus. De tocht was echt super, we konden de neushoorns tot op 5 meter naderen omdat ze niet bang zijn voor de olifanten. Op een gegeven moment zelfs 4 neushoorns in een poel, waarvan het jong bij zijn moeder dronk. Helaas hebben we geen tijger gezien, je moet dan echt geluk hebben. Een ander in ons hotel had tijdens de wandeltocht een tijger zien jagen op een hert, op 20 meter afstand. Zij stonden onwijs te shaken, wat als de tijger honger heeft en het hert niet vangt ....

Na 3 dagen hebben we het hier gezien en de bus gepakt naar Katmandu. Hier gaan we proberen om naar Tibet te komen, veel mensen vertellen ons dat dit wel mogelijk is maar behoorlijk duur. Jullie lezen het wel in het volgende verslag.

Kathmandu
Dinsdag 15 mei 2001

We zijn in Katmandu aangekomen na een rit van een dag vanaf Chitawan park.

We kwamen uit de bus en werden meteen besprongen door tientallen taxichauffeurs, zij wilden ons allemaal graag naar Thamel brengen. Wij hadden bepaald dat wij daar zeker niet naartoe wilden, volgens de boeken zou het heel toeristisch zijn. Wij wilden naar Freakstreet, de oude hippiebuurt, waar nu nog een enkele verdwaalde hippie rondloopt. De rit was niet meer aantrekkelijk want ze kregen er geen commissie van die hotels, uiteindelijk hebben we toch een taxi gevonden. Daar aangekomen zijn we een aantal guesthouses afgelopen, ze waren of vol, te vies of te duur en dat allemaal met je zware rugzak op de rug! Na een tijdje zoeken vinden we een schoon hotel voor een redelijke prijs.

Als we de straat uitlopen staan we gelijk op Durban Square, een plein vol met pagodes en tempels, tevens is er elke dag toeristenmarkt. Als je op het plein aankomt wordt je ook direct aangeklampt door allerlei verkopers: tijgerbalsem, slotjes, kettingen, gebedsmolens en allerlei andere toeristische artikelen. Het meest gegeven antwoord is dus ook NO, ook dat begrijpen ze niet allemaal, dus moet je dat weer uitleggen. Soms maken we een praatje met ze en dollen we ze, ook leuk!

Katmandu ligt in een vallei en staat vol met pagodes, stupa's en tempels, van groot tot klein, het lijkt wel een plaag. De mooiste is de Swayambhuwath ofwel monkey-tempel. Deze is boven op een berg gebouwd en hiervandaan kijk je neer op de Kathmandu vallei. De monkeytempel is een klein dorpje op zich, er staan een aantal huisjes omheen en ook een Tibetaanse tempel en uiteraard lopen er veel apen rond. Om er te komen moet je een hele lange trap beklimmen, boven moet je ervoor betalen en dan ga je natuurlijk niet meer terug ...

Je kunt hier in Kathmandu in de nauwe straatjes dwalen en dat doen we dan ook, we zien veel kleine temples en stupa's, maar alles is in een vrij slechte staat. De wijk Thamel is een echt toeristenwijk, veel souvenirshops en restaurants, met toeristenprijzen.

We zijn deze dagen bezig geweest met het boeken van een reis naar Tibet. heen over land, 920 km, en terug willen we vliegen. De tocht is volgens de boeken zwaar maar fantastisch mooi. Net als we willen boeken zijn de regels veranderd vanuit China, je zou niet meer op eigen gelegenheid mocht blijven, maar dit is nu toch gelukt. Zaterdag 19 mei vertrekken we, de tocht duurt 5 dagen. De terugvlucht naar Katmandu boeken we in Lhasa, dus even aankijken hoe lang we er blijven.

Voorbereiding voor Tibet
Vrijdag 18 mei 2001

Eindelijk, het is zover. Een week in Kathmandu is best veel als je liever snel naar Tibet wilt.

Alle visa en permits zijn geregeld. Morgen om 6 uur vertrekken we naar Tibet. Vanmiddag inkopen gedaan, omdat daar niet veel eten voorhanden zou zijn. Dat wordt dus 5 dagen noedels eten, makkelijk mee te nemen en alleen heet water is nodig. We hopen dat ze het hete water daar wel hebben.

Om 6 uur vertrekken we. Eerst 5 uur rijden naar de Nepaleense grens, daar over de grens en waarschijnlijk een stukje Tibet in. Overnachting zal waarschijnlijk in Nyalam zijn. In Tibet gaat de route langs: Tingri, Shigatse, Gyantse en dan uiteindelijk naar Lhasa. We passeren 3 passen die hoger zijn dan 5000 meter, het wordt dus spannend voor de hoogteziekte.

In Lhasa kunnen we blijven totdat we een vlucht nemen terug. We hebben een 30 dagen visum, maar waarschijnlijk zal het verblijf een week of 2 duren. Onbekend is of we daar ook kunnen e-mailen, jullie horen de avonturen wel in het volgende verslag.

Op weg naar Lhasa, dag 1 en 2...
Donderdag 24 mei 2001

Na een hele zware tocht zijn we uiteindelijk aangekomen in Lhasa. De eerste dag zijn we de Chinese grens gepasseerd. We werden op de nepaleense grens gedropt en moesten over de grens lopen. Daar zouden we worden opgepikt door een truck naar de grensplaats aan Chinese kant. Dit duurde een uur of 2, daarbij begon het ook nog te regenen. Eindelijk kwam hij, de berg op was een ware cross-country. De weg was nat en glibberig en vol met diepe kuilen, dat het haast onmogelijk leek. Dit duurde een vol half uur. Bij de grens begon het getouwtrek met de Chinese immigratiedienst.

We mochten over de grens maar hielden onze paspoorten, het kantoor ging sluiten. We zochten een goedkoop Tibetaans hotel, betaalden en gingen lekker uitrusten op bed. Opeens wordt er op de deur geklopt, we moesten het hotel verlaten: een warrig verhaal over de Chinese politie die zou komen enzo. Dus we stonden weer op straat. We denken dat de Tibetanen niets aan de toeristen mogen verdienen, al het geld gaat naar de chinezen. Uiteindelijk hebben we toch een kamer gevonden en heerlijk geslapen, wat meer op een garage leek met 2 bedden erin en met als WC een gat in de vloer, dat onder aan de berg uitkwam (mooi uitzicht door het gat!).

De tweede dag gingen we op weg naar Tingri. Dit betekent een volle dag rijden over een pas van ruim 5000 meter. Slapen zullen we dan op 4000 meter. Dit was een veel te vlugge stijging bleek achteraf. We hebben ons nog nooit zo ziek gevoeld, we zijn in het eerste de beste hotel gedoken en zijn zonder eten direct gaan slapen. Later in de nacht werden we wakker om naar de wc te gaan, nooit geweten dat 25 meter zo vermoeiend kon zijn! Leen had hardkloppingen, wat een normaal verschijnsel is bij hoogteziekte. We dachten allebei om niet verder te gaan, uiteindelijk hebben we in de nacht diamox geslikt en zouden er 3 per dag gaan slikken en hopen dat het beter zou gaan.

Op weg naar Lhasa, dag 3 en 4 ...
Donderdag 24 mei 2001

De derde dag voelen we ons nog onwijs ziek. Zo goed en zo kwaad als het ging probeerden we witte rijst met suiker te ontbijten. En dat lukt gedeeltelijk. We slepen ons naar de bus en gaan naar Shigatse. Met een pas van 5200 meter en een van 4500 meter. Onderweg slikken we 3 maal daags onze diamox. Na een hele zware tocht over de friendship highway, die alleen maar uit gravel, modder en kuilen bestaat komen we in Shigatse aan. Daar moeten we van de Chinese politie met de hele groep in hetzelfde hotel slapen. We nemen geen dormitory (slaapzaal) maar een tweepersoonskamer met douche om een beetje bij te komen. We voelen ons al wat beter, mede door de diamox.

De vierde dag gaan we eerst een klooster bekijken, het Zhashen lunbu klooster. Dit is van de panchen lama, hij is volgens ons gevangen in Peking en de chinezen hebben zelf een andere gevonden. Erg indrukwekkend, allerlei tempels waarin de boeddha’s staan. In een van de tempels sta je oog in oog met een boeddha van 3 meter hoog. Allerlei mensen offeren geld, graan of branden een kaarsje van jak boter of hebben pakjes jakboter bij zich en doen dit in de grotere kandelaars. Er zijn tibetanen die lopen steeds rondes om de stupas, anderen laten zich, met gevouwen handen, steeds vallen en gaan verder op de plaats van hun handen en op deze manier rondgaan.

Om 11:30 uur gaan we naar Giatse. Dit is 2 uur rijden over de hoogvlakte met om je heen steeds hoge bergen, erg mooi. In Giatse gaan we naar de Baija tempel. We moeten een entree van 30 Yuan p.p. (fl 10,-) betalen, dat hebben we niet zeggen, dus dan mogen we 30 voor 2 personen betalen, beter. Het geld komt toch bij de chinezen terecht dus....

Ook zeer indrukwekkend, het bestaat uit een tempel en een stupa. Het is een geelkappen klooster, er lopen veel monniken rond maar helaas geen dienst. De tempel hebben we helemaal doorlopen, zo goed en zo kwaad als het gaat. Na elke trap moeten we even gaan zitten om op adem te komen. We praten wat met de monniken en lopen overal doorheen, heel spannende sfeer. De stupa bestaat uit 7 verdiepingen, hiervan bekijken we alleen de eerste verdieping, we zijn zo buiten adem dat we de trappen te veel vinden.

Later zijn we het dorpje rondgelopen tussen de Tibetaanse huizen, overal komen tibetaantjes naar ons toe. Op een gegeven moment heeft Caro aan iedere hand een kind. De Tibetanen zijn erg lief: ze komen op je af, geven je een hand en willen je naam weten, een aantal vrouwen vraagt ons om naast hun te zitten, daar krijgen we een soort geroosterd graan van, wat we moeten proeven. Helaas kan je weinig met ze praten omdat ze geen woord engels kennen.

Op weg naar Lhasa, dag 5...
Donderdag 24 mei 2001

De laatste dag vertrekken we eindelijk naar Lhasa. Ontbijten doen we in hetzelfde tentje als de dag ervoor, we bestellen toast met jam en black thee. Leen ziet dat de toast groene beschimmelde plekken heeft, we snijden het eraf maar na een hap ... GETVER! Dus die kerel geroepen dat we het niet hoefden, hij kijkt voor ander brood, maar dat had hij niet meer. Wel broodjes, maar die waren keihard en na doorsnijden zagen we een grote zwarte haar. We zijn snel ergens anders heengegaan. Na het ontbijt zijn we vertrokken richting Lhasa, een erg mooie route. We zijn nu niet zo ziek om er echt van te genieten!

We komen langs veel bergen, waarvan een hele mooie berg die helemaal bedekt is met sneeuw (ruim 7000 meter) en de gletsjers zijn erg indrukwekkend. Later komen we langs een meer, in de vorm van een schorpioen, azuurblauw en ontzettend groot. Dit is een heilig meer voor de Tibetanen, niet voor de chinezen. Dit hebben er een electro opwekcentrale neergezet. Het is een dood meer, er komt nauwelijks water bij, de voorspelling is dat het over 20 jaar leeg is, echt zonde!

We rijden een stuk om het meer heen in ongeveer 2 uur! Op een pas tussendoor van 5000 meter hebben we een prachtig uitzicht op het meer en de besneeuwde bergen. Na de fantastische rit komen we uiteindelijk aan in Lhasa, wat ons erg chinees aandoet.

De rit op zich is geweldig, de uitgestrektheid, de bergen. Het is zo omvangrijk dat er geen einde aan lijkt te komen. Over het algemeen is het erg kaal, maar zoveel diversiteit in dat het blijft boeien. Als je bovenop een pas van 5000 meter staat en je ziet voor je alleen maar bergen zo ver als het oog reikt, dan voel je je wel heel nietig. Op sommige plaatsen moet er wel zoveel natuurgeweld zijn geweest die deze enorme steenmassa's over elkaar heeft geschoven. Al de rivieren, stroompjes en al de witte Tibetaanse dorpjes, de Tibetaanse huizen zijn wit geschilderd met allemaal gebedsvlaggetjes op het dak. Op het land lopen veel schapen en yaks, deze laatste zijn vaak versierd met gebedsvlaggetje en gekleurd haar, erg vrolijk allemaal.

Er zit gewoon geen kwaad bij de mensen, zo zachtaardig en hardwerkend en altijd in strijd met de natuur die op deze hoogte behoorlijk hard is. Wanneer je "beneden" (4000 meter) in de bergen staat is het warm en als je boven op de pas op 5000 meter staat heb je een dikke jas nodig. Maar het is ontzettend mooi, je kunt een uur rijden voordat je een tegenligger ziet, dat is maar goed ook want het is een enorm gehannes om op zo een smal weggetje met een afgrond van honderden meters elkaar te passeren. De weg is slecht, soms kan je het geen weg noemen, of de weg is overstroomd omdat de dijk is doorgebroken van de plaatselijke watervoorziening.

Kortom de reis was erg mooi en erg zwaar!

Uitstapje naar het Nam-Tso Meer op 4800 meter hoogte
Donderdag 31 mei 2001

Vanuit Lhasa gaan we 4 dagen naar het Nam-Tso meer. Dit is een meer gelegen op 4800 meter hoogte 250 kilometer ten noorden van Lhasa. Dit gebied is door Heinrich Harrer en Aufsnitser (van 7 years in Tibet) doorheen zijn gereisd.

We moeten zaterdag om 7 uur weg, dus om half 6 op. Om 10 over 7 komt de jeep. Nog even een ander Nederlands stel ophalen en dan gaan we op weg. Zo een jeep rijdt heel wat beter over een landweg dan een minibus. Op een gegeven moment gaan we een pas over van meer dan 5000 meter en het begint te sneeuwen!! Het wordt een hele spannende rit. Als we over de pas zijn klaart het weer op. De rit op zich is ontzettend mooi, we zien onderweg veel besneeuwde bergen, Tibetaanse nederzettingen en veel kleurige yaks.

Als we aankomen bij de toegangspoort voor het gebied van het meer, mogen we er niet in. Het sneeuwt op de pas. We staan een uurtje te debatteren, met handen en voeten en een woordenboek, uiteindelijk wachten we af. Na een uurtje komen er 2 jeeps uit het gebied, volgens hen is de weg begaanbaar, dus mogen we door.

Het is een rit van 3 uur door veel modder, water en sneeuw en we komen een keer vast te zitten in de vieze drap. Gelukkig redt de chauffeur ons eruit. Op de pas van 5100 meter zien we een gigantisch mooi meer. Het duurt ongeveer nog een uur voor we er zijn. We komen terecht in een kleine nederzetting onderaan een grote heilige berg. We willen in de monestry slapen, maar dat was niets. We vinden een eenvoudig guesthouse voor 20 Yuan p.p. (fl 8,-). Het uitzicht is geweldig, maar op deze hoogte is het gigantisch koud. De eerste nacht is steenkoud, leuk als je naar de WC moet. De WC is trouwens het gehele strand met een view op het meer met de besneeuwde bergen.

De volgende morgen om 9 uur op en de omgeving verkennen, goed ingepakt met veel truien, handschoenen en muts. We lopen om een rots en komen langs allerlei plaatsen die op een of andere manier heilig zijn. Het valt niet mee om te lopen op deze hoogte. We worden ingehaald door een groepje plaatselijke, een ervan loopt te zingen, dit weerklinkt door de bergen. Dit is een non, we raken aan de praat. Zij lopen de kora om de heilige berg. We komen uiteindelijk bij een kleine monestry uit en we worden in het huis van de non uitgenodigd. Het is een nis in de rots, waar een muur voor is geplaatst en een zeil wat dienst doet als dak. We krijgen thee met melk en suiker en een soort oliebol, maar dan een van 5 januari. We hebben een leuk gesprek met de non en ze heeft een heel klein altaar achterin met de foto van de daila lama !! Het is een erg leuk mens, ze is 26 jaar. Om 5 uur gaan we nog even langs dan doet zij de meditatie, ze leest de Tibetaanse teksten en slaat voortdurend op de trommel die voor haar hangt. We mogen foto's maken, erg leuk.

 Het meer ligt er prachtig bij en is azuurblauw met erachter allemaal besneeuwde bergen van 6 tot 7 duizend meter hoog. We eten wat in de Cateen, heel eenvoudig, ze hebben hier niet zo veel, dus dat is 4 dagen rijst met wat eenvoudige groenten.

De volgende dag besluiten we naar een aantal nomadententen te lopen. We lopen over een vlakte en komen onderweg een herder met zijn geiten tegen. We proberen wat te kletsen en lopen dan weer verder. Maar als we 2 en half uur aan het lopen zijn begint het weer te sneeuwen, het is erg koud. We keren terug, we hebben ons verkeken op de afstanden. Gelukkig kunnen we ons in de Canteen opwarmen aan het potkacheltje gestookt met yakmest, heerlijk warm.

In de Canteen komen later een aantal chinezen die met 2 jeeps zijn aangekomen. Zij gedragen zich erg asociaal, alles wordt uit de kast gehaald, de Tibetanen lopen op hun tenen en de chinezen zijn erg ondankbaar en gooien alles wat ze niet lusten op de grond. Ze zijn zwaarbewapend. Gelukkig gaan ze naar een uurtje weer weg.

Na een koude nacht gaan we de volgende dag weer terug naar Lhasa, eerst stoppen we bij de nomadententen die we de vorige dag niet gehaald hebben. De eerste contacten zijn heel spannend, nomaden hebben soms valse honden, maar die wordt gelukkig aan de ketting gelegd. Heel schuchter wordt er contact gelegd, maar zodra ze door de camera's mogen kijken is het ijs gebroken. We maken foto's van de Yak met baby en in de tenten en de familie gaat ook op de foto. We delen wat noten uit en ze zijn weer helemaal tevreden en we nemen afscheid.

De weg terug is redelijk, maar toch komen we boven op de pas vast te zitten in de sneeuw. Een andere jeep moet ons eruit slepen. Na een lange rit over de onverharde wegen komen we om 7 uur weer aan in Lhasa. Gelukkig hebben we daar een hotel waar we gratis de was kunnen inleveren.

Lhasa
Donderdag 31 mei 2001

Lhasa is een behoorlijke Chinese stad. Als je binnenkomt zie je alleen maar Chinese gebouwen en brede wegen. Alleen in het centrum is nog wat te merken dat het een Tibetaanse stad is. In het centrum ligt natuurlijk de potala, het zomerpaleis van de daila lama.

 Dit gebouw is goed bewaard gebleven. Het is raar om vrij rond te lopen in het paleis van de daila lama, zonder dat hij er zelf mag komen. Zijn troon staat er nog bij alsof hij elk moment terug kan komen. Het is gek te zien dat de Chinese toeristen zelf op de grond knielen en alles vereren terwijl ze zelf de oorzaak van alle problemen zijn. Het zal niet lang meer duren en Lhasa is compleet chinees met in het centrum een openlucht museum voor de Chinese toeristen.

Individuele toeristen zijn niet echt welkom, kort nadat we aangekomen waren hoorden we dat de grens over land vanuit Nepal gesloten was voor toeristen. Tevens worden we door de gids aangeraden Tibet zo snel mogelijk te verlaten, maar dat doen we natuurlijk niet. Je kunt hier niemand geloven, er wordt zoveel gezegd....

Waarschijnlijk heeft het te maken met de viering dat het 50 jaar geleden is dat de "bevrijding" van Tibet plaatsvond, zoals de chinezen het noemen.

In het centrum staat ook de grote jokhang tempel. Het is hier extra druk vanwege de viering van een groot festival van de Tibetanen. Veel pelgrims die met hun gebedsmolen de kora's om en in de Jokhang volgen, ook zijn er veel monniken en pelgrims die zich met gevouwen handen op de grond laten vallen en weer verder gaan op de plek waar hun handen neerkomen.

De monniken zijn bezig met een berg meel tot deeg te kneden, hiervan worden een soort kegels gemaakt. Deze kegels worden weer versierd door rode gelei en beplakt met figuren van yakboter.

Ook hebben we gezien hoe ze de boeddha beelden maken, dit is met klei en worden helemaal met de hand gevormd en gevuld met heilige teksten en wierook. Daarna worden ze afgesloten en geschilderd en aangekleed.

Gisteren zijn we naar de Sera klooster geweest, dit is een klooster waar college gegeven wordt aan de monniken. Vroeger zaten hier 5000 monniken, nu nog maar 700. Het is een ontzettend groot complex, met diverse tempels, collega’s en huizen voor de monniken. Het is behoorlijk goed bewaard gebleven en ze zijn fanatiek bezig met het opknappen.

In de bergen achter het klooster zijn diverse boeddha’s uitgehouwen. In de tuin wordt om half 4 door de monniken gedebatteerd, dit is een oefening voor het examen aan het einde van de studie. Dit is een erg grappig gezicht want de ene monnik moet de andere overtuigen van zijn ideeën en om dit kracht bij te zetten klapt de debatterende monnik telkens in zijn handen.

We hebben tickets gekocht om zaterdag naar Kathmandu te vliegen, hiervandaan gaan we naar Pokara om daar in de bergen te wandelen.

Wandelen in Pokhara
Zaterdag 9 juni 2001

De aankomst in Kathmandu is erg vreemd. Alle winkels zijn gesloten en veel militairen op straat. Bij het hotel aangekomen horen we dat de koning is vermoord door de kroonprins en de kroonprins is in kritieke toestand. Vreemde toetand.

Woensdag gaan we een korte trekking maken, omdat we niet zoveel tijd hebben. De trekking naar Saragot lijkt niet zo moeilijk om te beginnen. De tocht is ongeveer 4 uur heen en wat minder lang terug. We vinden het beginpunt en lopen naar boven. Dat valt niet mee zeg, het gaat al gauw steil naar boven. We moeten erg opletten want soms is de klei erg glad. We lopen ongeveer een half uur en het is vrij moeilijk om de weg te vinden. Soms zijn de paden wel duidelijk maar soms ook een raadsel. Op een gegeven moment komen we in dicht bebost gebied en daar is dus geen pad meer te zien. Opeens gilt een kinderstem "Saragot". Ja, zeggen wij, oké, this way en ze wijst naar een pad steil omhoog in de bossen. Oké, dan maar, wij omhoog en komen bij een huisje aan waar een vrouwtje zit te wassen. Er staan nog meer kinderen, this way, this way. De kinderen lopen ons voor, of liever ze rennen op hun slippers of blote voeten. Wij moeten toch regelmatig toch even uithijgen.

Na een poosje gaan de kinderen terug en wij alleen verder. Het gaat een hele tijd goed en opeens zijn we het spoor weer kwijt. We staan op een richel van leisteen en kunnen niet verder. "No, no, not that way, danger, danger" gilt weer een andere kinderstem. Ergens boven aan de berg staat een klein meisje met haar moeder. We lopen terug en lopen via een andere weg naar boven en komen bij het meisje en haar moeder uit. Ze zijn brandhout aan het verzamelen met een sikkel. Het gaat niet erg handig, het meisje en haar moeder zijn erg verlegen. Where is Saragot? vragen wij. Ze wijst naar de andere kant van het dal, boven op de berg. Dat is nog een behoorlijk eind zeg. We lopen nog een paar uur door langs de rijstvelden en de grazende waterbuffels. Ze kijken ons aan met een blik van wat moeten jullie hier. Best griezelig.

Opeens begint het vreselijk te betrekken. De lucht wordt zwart, dit wordt te link en besluiten, dat het veiliger is om het hele eind terug te gaan. Onderweg komen we nog een bergbewoner en zijn vrouw tegen. We praten over de toestand in Nepal, hij vraagt ons hoe het is in Nederland. Ze drukken ons op het hard om toch voorzichtig te zijn in het centrum van Pokhara, het is er ook erg gevaarlijk. We beloven dat we uitkijken. Later komen de kinderen weer tegen, ze vragen om geld maar dat geven we niet. Als we in ons hotel aan de eigenaar vertellen dat we het niet gehaald hebben, raadt hij ons aan om de volgende morgen vroeg met de taxi te gaan en naar beneden te lopen. Dat lijkt ons een goed plan.

We staan vroeg op om 7 uur (eigenlijk te laat) en controleren of het helder weer is, yes. We laten ons naar boven rijden, vandaar af moeten we nog een uur naar boven klimmen. Het uitzicht is fantastisch: De annapurna en de andere toppen zijn goed te zien, er zijn wel een paar wolken. We ontbijten op ons gemak met een mooi uitzicht anderhalf uur. We beginnen met de afdaling, dat zou gemakkelijk zijn, want er zijn allemaal treden gemaakt in de bergen. Het valt behoorlijk tegen. Onderweg komen we werkende kinderen tegen die vragen waar we vandaan komen. We maken een praatje en geven ze snoepjes. Waar toen de kinderen vandaan kwamen, het was gelijk een gekkenhuis en opeens was de snoep op. Na een afdeling van 3 uur, door de bomen en riviertje komen we eindelijk bij het meer aan en gaan voorlopig een uur op het terras bij het meer zitten, doodmoe !

We kopen later een busticket voor Kathmandu, na eerst bij het hotel in Kathmandu geïnformeerd te hebben naar de situatie aldaar. Alles zou rustig zijn, dus we gaan de volgende morgen naar Kathmandu.

In Kathmandu is het inderdaad weer een beetje normaal, alle winkels zijn weer open, de mensen pakken hun leven weer op. Alleen de krantverkopers voeren oorlog om zoveel mogelijk kranten te kunnen verkopen. Dat lukt goed, want bijna iedereen zie je in de morgen met een nieuwe krant lopen. De kranten vertellen niet veel nieuws en het meeste lijkt gedicteerd.

In Kathmandu kopen we onze laatste souvenirs en bereiden we ons voor op een weekje klooster. Maandag begint het tot en met de dag van vertrek. We zijn er niet zeker van dat we kunnen e-mailen, dus dat houden jullie nog tegoed.

Voor de belangstellende is het adres van het klooster: http://www.kopanmonastery.com/.

Mediteren in het Kopan Monastery
Zondag 17 juni 2001

We gaan vandaag, maandag 11 juni, naar de Kopan Monastry, daar hebben we cursus introductie Boudisme en Meditatie. We nemen de taxi voor de deur van ons hotel en we gaan op weg. Het is nog een behoorlijk eind rijden. Het ligt bovenop een berg. We rijden een slingerweg op naar boven, de poort is gesloten en de bewaker opent hem. We rijden naar binnen en hijsen onze zware rugzakken uit de taxi en planten ze op de grond. We kijken om ons heen, het is hier prachtig. Een geweldig uitzicht en de monastery ziet er nieuw en verzorgt uit. We gaan het kantoor binnen en we worden hartelijk verwelkomt. We moeten ons inschrijven en betalen. We krijgen een rooster, het begint vandaag om 5 uur met thee drinken. We krijgen ieder een kamer met 3 bedden en badkamer. We mogen niet bij elkaar slapen, mannen en vrouwen slapen apart. Dat is minder, maar we zetten ons erover heen. Als we snel zijn kunnen we nog mee lunchen, dat doen we en het is een lekkere vegetarische hap.

In de regels staat dat je decent gekleed moet gaan en om nu de hele week in onze afritsbroek rond te lopen schiet niet op. Wat nu, we hebben nog 3 en half uur. We lopen de monastery uit op zoek naar een winkel. We vinden niets op de berg, wel rijden er allemaal taxi's. We houden er een aan en vragen wat het kost naar Bodnath, dit is een stupa waar een hoop winkels zijn. 100 roepies, oké? Doe dan maar 50, eerst niet, dan wel. Je raakt eraan gewend. Op naar Bodnath, we kopen allebei een soort housebroek van dunne stof. We lijken wel hippies uit de jaren 60, maar ze zitten lekker. Alleen is ons geld bijna op, we proberen nog een bank of wisselkantoor te vinden, maar ze zijn allemaal dicht omdat er weer zo een ceremoniële dag is in verband met de dood van de koning. We zien het wel, snel met de taxi terug, de berg op.

We zijn op tijd, eerst thee drinken en dan met ene Karin, een Zwitserse non. We krijgen een introductie in de meditatieruimte, prachtig mooie ruimte. Een grote boeddha staart ons aan. We krijgen het rooster uitgelegd, 's morgens om 5:45 opstaan, eerst thee, om 6:30 meditatie, dan breakfast, vervolgens teaching, lunch, discussie, teaching, diner, meditatie, de gehele dag was gevuld tot 9 uur in de avond. Caro voelt zich in de middag niet zo lekker, het rommelt in haar buik en tegen de avond ziet ze asgrauw en moet overgeven.

Tijdens het diner wil ze niets eten. We gaan niet naar de avondmeditatie maar naar de dokter op het terrein en ze krijgt een antibiotica kuur en pillen tegen overgeven en buikkrampen. Caro voelt zich echt belabberd. Leen vraagt of we toch niet een kamer kunnen krijgen voor de tijd dat Caro ziek is, er wordt heel moeilijk gedaan maar ze gaan toch om.

De volgende morgen gaat het wat beter. We doen toch mee aan het programma, we vragen of we veel hebben gemist de vorige avond, we krijgen een onduidelijk antwoord. Tot aan de lunch wordt er van ons verwacht om niet te praten om de aandacht bij jezelf te houden. Tijdens de meditatie was het vrij onduidelijk, je moest je ogen sluiten en je gedachten laten gaan. In de middag is er discussie, iedereen is laaiend over het boedisme, beter dan het christelijk geloof. Dan krijgen we een uur uitleg van een Tibetaanse monnik, maar deze spreekt zo slecht engels dat het niet te volgen is.

Meditatie na de lunch is ook erg vaag en tijdens het diner vragen we ons af of we hier wel een hele week willen zitten. We gaan in de avond niet naar de meditatie en besluiten dat we er niet mee door willen gaan en gaan morgen weg.

De volgende morgen slapen we uit en gaan pakken. We melden ons bij de receptie en vertellen dat we gaan, op de vraag waarom zeggen we dat het ons behoorlijk tegen valt als meditatie betekend gaan zitten met je ogen dicht en de leraren niet goed engels spreken. We vragen of we geld terug krijgen, dat gaat niet. Na veel vijven en zessen krijgen we het geld van de maaltijden terug. Kunnen we toch nog met een taxi...

We horen terloops dat we niet de enige waren en dat een andere jongen ook weg is gegaan. We gaan terug naar ons hotel in Kathmandu. Die keken daar wel van op omdat we niet meer terug zouden komen. We kregen een kamer, geen probleem.

Raften in Nepal en naar huis ..
Zondag 17 juni 2001

In Kathmandu gaan we de volgende dag naar ons reisagentje en vragen wat we kunnen doen voor 3 a 4 dagen. We kunnen een trekking maken, nou nee! De andere optie is 2 dagen raften, Yes dat lijkt ons wel wat. Dus wij geboekt, vrijdag en zaterdag gaan we.

Vrijdag worden we met een ritsja naar de bus gebracht en kopen daar wat donuts voor ontbijt bij de straatventers. We gaan met de bus op weg, 3 uur rijden richting Chitawan park. We worden onderweg opgevangen door de gids. Al onze spullen moeten op een hoop en worden later vervoerd naar de kampeerplaats. Er wordt ons uitgelegd hoe raften in zijn werk gaat en wat de commando's zijn. Het water ziet er wild uit.

Oké, allemaal in de raft en we gaan. Dit is echt te gek, super spectaculair. De golven slaan wild om de raft heen. Na ongeveer 2 uur, stoppen we op een strandje voor de lunch. Er wordt snel een salade in elkaar gezet, brood met tonijn en jam, het is echt heerlijk. Na 2 uur hard werken in een raft heb je ook behoorlijke trek.

Na de lunch bedwingen we weer een groot aantal rapids. Op een gegeven moment betrekt de lucht en begint het keihard te regen, we zijn toch al nat, dus wat maakt het uit.

Om 4 uur komen we bij de kampeerplaats aan. Er staan 2 tentjes, er blijven en 4 overnachten, wij en twee anderen. Vlug droge kleding aan bij een restaurant langs de weg, het is nu gelukkig droog. Er wordt een maaltijd bereid voor ons vieren, soep vooraf en de nationale maaltijd dal bath. Erg lekker na zo een dag. De rest van de avond reisverhalen uitwisselen en dan begint het weer te regenen. Oké, in de tent en slapen, nou ja slapen, het regent in de tent net zo hard als buiten. Het wordt een lange nacht.

De volgende morgen om half zeven ontbijt. Gebakken eieren, pannenkoeken en toast, lekker. Even een duik in de rivier en onze natte kleding weer aan. De tweede dag is niet zo wild en zitten weinig rapids in de rivier. Op de oever zien we nog wel even terloops een lijk verbranding, deze rivier komt ook weer in de ganges uit. We vragen ons af welke rivier niet. Maar wij hebben nog "lekker" even in de rivier gezwommen, leuk idee!!

Zo en hiermee komt een einde aan onze geweldige vakantie, morgen vliegen we helaas terug naar Nederland. We krijgen nog even de tijd om dit van de week thuis te verwerken en kunnen dan maandag weer aan de slag, wat zijn twee maanden toch kort maar je kunt zoveel mee maken in twee maanden en dat neemt niemand ons meer af !

Geen opmerkingen:

Een reactie posten