Vandaag gaan we naar Canmore, 300 kilometer ten zuiden van Jasper door het Nationaal park. We rijden
daarvoor over de Canada highway 1. Op de weg zijn de toeristische en uitzichtpunten goed aangegeven en het advies is ook om er de hele dag de tijd voor te nemen. We stoppen dus vaak bij een uitzichtpunt, een waterval of een mooi meer. Nadeel dat het goed is aangegeven is dat het dan wel druk is en niet alleen de auto's maar ook bussen stoppen vaak bij deze locaties.
We beginnen met achtereenvolgens de Anthabasa falls die erg imposant zijn en daarna de Sunwapta falls. Je vraagt je elke keer af waar ze dat water allemaal vandaag halen. We zien niet meer zo veel sneeuw liggen. Vervolgens komen we langs een aantal bergen. Deze zijn imposant, het lijkt alsof de aardplaat loodrecht omhoog is geschoven, Het lijkt glad gesteente en bestaat uit allemaal plakjes.
Na ongeveer 100 kilometer komen we in het Icefield Center National Park. De bergen die we nu zien hebben allemaal nog meer sneeuw en we zien er ook gletchers op de bergen. De rivier loopt naast de weg, het eerste gedeelte loopt de stroom noordelijk en later zien we hem echt zuidelijk lopen en na de Sunwapta pas loopt de rivier naar het zuiden en daarna het oosten landinwaarts, zelfs helemaal tot Winipeg.
Na 230 kilometer komen we bij Lake Louise, dit zou echt een supermooi meer zijn, maar het kan op dit soort dagen erg druk zijn. Nou dat was zeker zo, de mega parkeerplaats was al vol, en uiteindelijk konden we toch parkeren, dit werd gelukkig door de parkwachten in goede banen geleid. Maar als het op de parkeerplaats al druk is, is het bij het meer nog veel drukker. Je kon er net lopen.
Het meer is mooi groen en er varen diverse canadese kano's. Aan de andere kant van het meer zien we meerdere gletchers. We hebben een lekker ijsje genomen en even in de schaduw gezeten, in de zon is het nu echt erg warm.
Bij het meer staat ook een echte indiaan die traditioneel gekleed is, dus toch even mee op de foto.
Na het bezoek aan Lake Louis zijn we verder gereden naar Canmore waar we een hotel hebben. We hebben bericht gekregen dat ons hotel was omgeboekt. Nu hebben we echt een superkamer in een Spa centrum, met o.a. keuken met een eiland met kraan en afwasmachine, koelkast, wijnkoeler, magnetron en elektrisch kooktoestel. Verder een zit-en eetkamer, 2 slaapkamers, 2 badkamers, 3 (elektrische) haarden, 2 TV's, balkon met elektrische BBQ, was- en droogmachine en uiteraard een airco. Niet dat we het allemaal gebruiken, maar ik heb toch even een was gedaan, dat is toch wel makkelijk. En de airco hebben we ook wel nodig hier.
Het ontbijt doen we ook altijd zelf op de kamer, omdat er altijd wel een koelkastje is. Voor onderweg hebben we een kleine koeltas gekocht waar we in elk hotel ijs kunnen meenemen en halen we regelmatig wat fruit, broodje of een salade.
De volgende dag doen we lekker rustig aan, we slapen uit, ontbijten op ons gemak. Om een uur of 10 stappen we in de auto om in de Johnston Canyon een wandeling te maken. We rijden binnendoor en lekker relaxed op een rustige weg. Als we aankomen zien we opeens de drukte, de parkeerplaats is al vol en dus parkeren we een stuk verder langs de weg. We lopen achtereen volgens naar de lower falls en daarna naar de upperfalls. We lopen langs de rivier die op sommige punten erg small is. Op echt smalle punten is een brug aan de zijkant gemaakt voor iedereen die langs de rivier deze wandeling doet. Het is erg druk, maar het zijn ook echt weer mooie watervallen. We lopen na de tocht weer terug naar de auto en rijden daarna terug. Onderweg zien we een aantal auto's stilstaan en we zien een jonge zwarte beer in de berm lopen. Leuk, ook wij stoppen dan natuurlijk!
Onderweg eten we eindelijk een keer blueberrie pancakes voor de lunch, dat wilden we al eerder maar vaak kan dat met de lunch niet omdat het een ontbijt gerecht is. Lekker en het vult goed.
We slenteren nog even door het dorp van Canmore en relaxen daarna in het hotel. Met het diner eten we pullled pork bij een saloon tent.
Morgen gaan we weer inpakken na twee nachten in de luxe gelogeerd te hebben. We gaan naar Calgary waar we de dag erna de auto inleveren en het vliegtuig nemen naar Montreal waar we naar mijn oom en tante gaan, zij zijn 50 jaar getrouwd. Hier zijn mijn ouders al gearriveerd en mijn zus met familie zijn er ook al in de buurt.
24 juli 2019
22 juli 2019
Naar de rocky mountains
Vandaag gaan we op weg naar Jasper. We zijn vroeg uit de veren en we zien veel wolken tegen de bergen,dus besluiten we de beren-excursie niet nogmaals te doen. We rijden rond 8 uur weg. Het is lekker rustig op de Southern Yellowhead Highway. We rijden nog een stukje stroomopwaarts van de Northern Thompson River. We zien allerlei bergen in de verte ook met witte toppen, het beloofd wat.
Na een uurtje gaan we rechtsaf op de Canada Highway 16 en stoppen bij het eerste uitkijkpunt, de Rearguard falls provincial park. Hier loopt de rivier de Fraser. We lopen een minuut of 10 en we horen het water steeds harder te keer gaan. Het is een gigantische kracht die maar een paar meter krachtig naar beneden stroomt. Het gaat met een gigantische kracht. De raft-boot gaat voor de waterval uit het water om de boot over land te dragen en na de waterval er weer te water te laten.
We rijden verder en zien als snel de witte toppen van de mount Robson. Elke keer als het zicht beter wordt stoppen we even voor een foto. Uiteindelijk komen ook hier bij het provinciale park van deze berg en daar drinken we gelijk een cappuccino. Het uitzicht blijft mooi, veel bergen zoals de yellowhead, meren en stromende beekjes en rivieren.
We komen in Jasper aan in een nette kamer, net buiten het dorp in een bos. Fijn! Nadat we alles in de kamer hebben gedropt gaan we nog het dorp verkennen. We kopen bij de supermarkt een broodje en eten die op een bankje op. Wandelen we door het dorp en komen bij de informatie terecht. Hier nemen we wat folders en kaarten mee en laten ons adviseren voor activiteiten in de middag en de dag erna.
Daarna gaan we gelijk op weg. De eerste bestemming is de Maligne Canyon. Dit is een super hoge en smalle canyon tot 50 meter hoog en op sommige gedeeltes slechts 3 meter breed. En het water stroomt er hard doorheen, bizar gezicht vanaf de bruggen en de kant.
Daarna rijden we door naar het Medicine meer. Onderweg zien we meerdere gestopte auto's, wat is er aan de hand? Ja hoor, we zien een beer met twee jongen in de berm. Leuk! Het is een hele opstopping, maar erg leuk om ze te zien, ze trekken zich helemaal niets van ons aan in de auto's. Advies is hier ook om in de auto te blijven, beren blijven onbetrouwbaar als wilde dieren, maar helaas doet niet iedereen dat.
We komen aan in het Medicine meer. Daar broeden de zeearenden op een eiland aan het mooie meer omzoomt door de hogen bergketens, fantastisch gezicht. De volgende bestemming aan het einde van de weg is het Maligne Lake. Een groot meer omzoomt met de bergen. Daar drinken we wat, maar helaas gaat het terras al dicht, het is immers al 5 uur!? Dat zou in Nederland niet gebeuren, maar helaas moeten we dus binnen zitten. De tijd is hier een uur later dan in Britisch Colombia, Jasper ligt namelijk in Alberta en daar is de tijdverschil +8 uur met Nederland. We rijden weer terug en zien de beren weer opnieuw net op een andere plek. Daarna eten we in Jasper een lekkere pizza voordat we deze nacht eindelijk eens goed doorslapen.
Vandaag gaan we eerst in Jasper kijken naar een paar lakes, deze zijn wel aardig, maar niet heel spectaculair. Daarna rijden we naar de Valley of the five lakes. Daar doen we een wandeling van 4.5 kilometer. Nadat we ons goed met deet ingesmeerd hebben lopen we in een paar uur langs 5 schitterende meren, ze zijn allemaal van licht tot en met donker groen met een bonte verzameling bomen langs de kanten en omzoomt door de prachtige bergen, schitterend! We blijven foto's maken en we blijven ons verwonderen. genieten.
Na een salade en een cappuccino in het dorp rijden we naar een andere ons aangeraden bestemming, dit is Edith Cavall. Een klein stukje highway en dan 12 kilometer smalle weg met veel bochten en ook haarspeldbochten, een mooie tocht. Op weg naar de witte toppen van Mount Edith Cavall. Aan het einde van de weg parkeren we. We wandelen en klimmen een stuk naar het uitkijkpunt en daar zien we de berg met gletcher en sneeuw. Van de berg komen watervallen naar beneden; het sneeuw smelt nog en komt in een groen gletcher meer terecht. We genieten lekker op het bankje van het uitzicht, dit is echt wel geweldig!
We sluiten de dag af met een lekker etentje bij Olive Bistro.
Na een uurtje gaan we rechtsaf op de Canada Highway 16 en stoppen bij het eerste uitkijkpunt, de Rearguard falls provincial park. Hier loopt de rivier de Fraser. We lopen een minuut of 10 en we horen het water steeds harder te keer gaan. Het is een gigantische kracht die maar een paar meter krachtig naar beneden stroomt. Het gaat met een gigantische kracht. De raft-boot gaat voor de waterval uit het water om de boot over land te dragen en na de waterval er weer te water te laten.
We komen in Jasper aan in een nette kamer, net buiten het dorp in een bos. Fijn! Nadat we alles in de kamer hebben gedropt gaan we nog het dorp verkennen. We kopen bij de supermarkt een broodje en eten die op een bankje op. Wandelen we door het dorp en komen bij de informatie terecht. Hier nemen we wat folders en kaarten mee en laten ons adviseren voor activiteiten in de middag en de dag erna.
Daarna gaan we gelijk op weg. De eerste bestemming is de Maligne Canyon. Dit is een super hoge en smalle canyon tot 50 meter hoog en op sommige gedeeltes slechts 3 meter breed. En het water stroomt er hard doorheen, bizar gezicht vanaf de bruggen en de kant.
Daarna rijden we door naar het Medicine meer. Onderweg zien we meerdere gestopte auto's, wat is er aan de hand? Ja hoor, we zien een beer met twee jongen in de berm. Leuk! Het is een hele opstopping, maar erg leuk om ze te zien, ze trekken zich helemaal niets van ons aan in de auto's. Advies is hier ook om in de auto te blijven, beren blijven onbetrouwbaar als wilde dieren, maar helaas doet niet iedereen dat.
We komen aan in het Medicine meer. Daar broeden de zeearenden op een eiland aan het mooie meer omzoomt door de hogen bergketens, fantastisch gezicht. De volgende bestemming aan het einde van de weg is het Maligne Lake. Een groot meer omzoomt met de bergen. Daar drinken we wat, maar helaas gaat het terras al dicht, het is immers al 5 uur!? Dat zou in Nederland niet gebeuren, maar helaas moeten we dus binnen zitten. De tijd is hier een uur later dan in Britisch Colombia, Jasper ligt namelijk in Alberta en daar is de tijdverschil +8 uur met Nederland. We rijden weer terug en zien de beren weer opnieuw net op een andere plek. Daarna eten we in Jasper een lekkere pizza voordat we deze nacht eindelijk eens goed doorslapen.
Na een salade en een cappuccino in het dorp rijden we naar een andere ons aangeraden bestemming, dit is Edith Cavall. Een klein stukje highway en dan 12 kilometer smalle weg met veel bochten en ook haarspeldbochten, een mooie tocht. Op weg naar de witte toppen van Mount Edith Cavall. Aan het einde van de weg parkeren we. We wandelen en klimmen een stuk naar het uitkijkpunt en daar zien we de berg met gletcher en sneeuw. Van de berg komen watervallen naar beneden; het sneeuw smelt nog en komt in een groen gletcher meer terecht. We genieten lekker op het bankje van het uitzicht, dit is echt wel geweldig!
We sluiten de dag af met een lekker etentje bij Olive Bistro.
20 juli 2019
Verder Canada in
De volgende dag gaan we een dagje de stad in, naar Kelowna. Daar moeten we parkeren en dat kost voor 2 uur $15. We lopen langs de informatie balie en we krijgen een kaartje van het centrum met interessante punten. Ook geeft ze aan dat een parkeerplaats aan de rand van het park maar $1 per uur kost. Oeps, we hebben weer teveel betaald. Toch zetten we de auto op deze parkeerplek neer en betalen $6 voor de hele dag, hebben we daar geen zorgen over. We drinken een lekker bakkie, lopen op ons gemak door de stad en lunchen. We gaan nog langs een museum van de wijn-en fruitcultuur en langs een winkel met eigengemaakt wijn.
Op de terugweg lopen we langs een natuurgebied naar het strand, daar is een nest van een visarend (osprey) waar we uiteindelijk 3 vogels zien zitten. Ze zijn een stuk kleiner als de zeearend met de witte kop en ze zouden de gevangen vis parallel aan hun lichaam houden, terwijl de zeearend dat overdwars vasthoud. Verder zien we ook diverse vogels van geel tot rood, erg leuk om hier rond te dwalen.
De volgende dag hebben we een lange reis van 420 kilometer voor de boeg naar Blue River. Het eerste stuk
rijden we in de bergen en we zien onderweg berggeiten in de berm, daar wordt voor gewaarschuwd op de weg en later zien we een vos lopen. Het is een mooie route langs het noordelijk gedeelte van het Okanangan gletchermeer. Daarna wordt de weg wat vlakker en rijden we stroomopwaarts langs de noordelijke Thompson River. Eerder al reden we langs deze Thompson rivier. Deze rivier mondt, via de rivier de Fraser, uiteindelijk bij Vancouver in de Oceaan.
Na 420 kilometer komen we aan in Blue River. We hebben een motel vlak aan de highway. Het is een prima kamer en we gaan even kijken naar de omgeving. Bij het motel is ook een restaurant en twee benzine-pompen. Het dorpje aan de overkant van de weg is erg klein; een aantal huizen, een lake en nog wat lodges. We proberen een cappuccino te scoren maar blijkbaar is dat niet mogelijk hier in de buurt.
Bij de supermarkt kunnen we gelukkig melk kopen voor het ontbijt morgen en verder zien we wat belegde broodjes die we morgen kunnen halen als we gaan wandelen. We eten in het restaurant met een lokaal wijntje. We nemen mousaka, maar uiteraard ziet het er helemaal anders uit als de ovenschotel die wij zijn gewend. Het is prima te eten, maar altijd een verassing wat je krijgt.
De volgende dag slapen we een beetje uit en als we naar buiten gaan miezert het. We besluiten maar even te gaan kijken of we kunnen wandelen in het Blue River Black Spuce Provincial Park, 4 kilometer van ons hotel vandaan. We komen daar en blijkt dat daar River cruises zijn om de beren te kunnen bekijken. Ondertussen is het steeds harder gaan regenen en er wordt aangegeven dat hier terras aan het water is, dus we parkeren de auto en gaan kijken.
Kijk eens aan, ze hebben hier cappuccino, lekker! Er lopen hier veel Nederlanders rond en het ziet er wel gezellig uit. Uiteindelijk besluiten we om met de tocht mee te gaan en we hebben geboekt voor de tocht van 12:15. Helaas regent het dan nog steeds. Het is een natte maar toch wel mooie tocht maar de beren komen echt niet tevoorschijn, veel te nat. We varen met een dubbele kano (een soort catamaran) het regenwoud in.
Boven de bergen hangen flarden wolken, dit komt, volgens de gids, dat de bomen het vocht afgeven aan de lucht en deze wolken in het dal leegregenen. Omdat het allemaal zo groen is, is dit een perfect gebied voor de wildlife. De zalmen komen hier vanaf Vancouver helemaal naar toe om eitjes te leggen en daarna te sterven, dus perfect voedsel voor beren, roofvogels en ander wildlife.
Halverwege stoppen we voor een waterval, het is indrukwekkende hoeveelheid water wat naar beneden komt inclusief het geluid wat het produceert. Het regent maar deze waterval geeft ook al een hoop vocht af.
Aan het einde van de tocht hebben we nog geen beren gezien en krijgen we twee nieuwe kaartjes. Als het morgen droog is proberen we het nogmaals en kijken of er echt beren in dit gebied leven.
We gaan richting het hotel en daar steken we het spoor over. Het is een enkel spoor en we hebben er wel eens de toeter van de trein gehoord, maar nog niet gezien, en nu komt er een aan. We wachten hem op. Hij toetert erop los en hij is echt heel erg lang. hij gaat niet hard en met op bijna elke wagon twee containers boven op elkaar, dat zie je in nederland niet.
De visarend op zijn nest |
Patrijsvogel? |
De volgende dag hebben we een lange reis van 420 kilometer voor de boeg naar Blue River. Het eerste stuk
rijden we in de bergen en we zien onderweg berggeiten in de berm, daar wordt voor gewaarschuwd op de weg en later zien we een vos lopen. Het is een mooie route langs het noordelijk gedeelte van het Okanangan gletchermeer. Daarna wordt de weg wat vlakker en rijden we stroomopwaarts langs de noordelijke Thompson River. Eerder al reden we langs deze Thompson rivier. Deze rivier mondt, via de rivier de Fraser, uiteindelijk bij Vancouver in de Oceaan.
Vlotten van boomstammen |
Berggeiten langs de weg |
Na 420 kilometer komen we aan in Blue River. We hebben een motel vlak aan de highway. Het is een prima kamer en we gaan even kijken naar de omgeving. Bij het motel is ook een restaurant en twee benzine-pompen. Het dorpje aan de overkant van de weg is erg klein; een aantal huizen, een lake en nog wat lodges. We proberen een cappuccino te scoren maar blijkbaar is dat niet mogelijk hier in de buurt.
Bij de supermarkt kunnen we gelukkig melk kopen voor het ontbijt morgen en verder zien we wat belegde broodjes die we morgen kunnen halen als we gaan wandelen. We eten in het restaurant met een lokaal wijntje. We nemen mousaka, maar uiteraard ziet het er helemaal anders uit als de ovenschotel die wij zijn gewend. Het is prima te eten, maar altijd een verassing wat je krijgt.
De volgende dag slapen we een beetje uit en als we naar buiten gaan miezert het. We besluiten maar even te gaan kijken of we kunnen wandelen in het Blue River Black Spuce Provincial Park, 4 kilometer van ons hotel vandaan. We komen daar en blijkt dat daar River cruises zijn om de beren te kunnen bekijken. Ondertussen is het steeds harder gaan regenen en er wordt aangegeven dat hier terras aan het water is, dus we parkeren de auto en gaan kijken.
Boven de bergen hangen flarden wolken, dit komt, volgens de gids, dat de bomen het vocht afgeven aan de lucht en deze wolken in het dal leegregenen. Omdat het allemaal zo groen is, is dit een perfect gebied voor de wildlife. De zalmen komen hier vanaf Vancouver helemaal naar toe om eitjes te leggen en daarna te sterven, dus perfect voedsel voor beren, roofvogels en ander wildlife.
Halverwege stoppen we voor een waterval, het is indrukwekkende hoeveelheid water wat naar beneden komt inclusief het geluid wat het produceert. Het regent maar deze waterval geeft ook al een hoop vocht af.
Aan het einde van de tocht hebben we nog geen beren gezien en krijgen we twee nieuwe kaartjes. Als het morgen droog is proberen we het nogmaals en kijken of er echt beren in dit gebied leven.
We gaan richting het hotel en daar steken we het spoor over. Het is een enkel spoor en we hebben er wel eens de toeter van de trein gehoord, maar nog niet gezien, en nu komt er een aan. We wachten hem op. Hij toetert erop los en hij is echt heel erg lang. hij gaat niet hard en met op bijna elke wagon twee containers boven op elkaar, dat zie je in nederland niet.